Het werk van Harry de Leeuw valt onder het lyrisch realisme met als inspiratiebron landschap en architectuur. Hij zoekt daarin naar een sfeer die verleidt tot herinneringen en verhalen.
In zijn bouwwerken laat de Leeuw zich vaak leiden door de Romaanse architectuur. Door de eenvoud en weinig decoraties komen de compositie en de vorm van een gebouw het sterkst naar voren. Door elementen te isoleren of te spelen met de compositie maakt hij het mogelijk om bepaalde aspecten, bijvoorbeeld de functie, te accentueren. Grensgebieden als bruggen, poorten deuren en torens leveren een interessant spanningsveld tussen hier en daar, binnen en buiten of in- en uitgesloten.
Volgens de Leeuw geeft landschap een gevoel van vrijheid en rust. Water, bergen, bomen en weidse open gebieden zijn elementen van het landschap die hem aanspreken en waardoor hij zich laat inspireren. Door veel naar het landschap te kijken ontdekte hij facetten die ontstaan zijn door oude gebruiken of wetgevingen zoals landschap indeling door ruilverkaveling waardoor oude lanen niet meer gebruikt worden maar nog wel zichtbaar zijn. Ook grote solitaire bomen midden in weilanden, als gevolg van een oude belastingwet, spelen een belangrijke en centrale rol in zijn werk. Volgens de Leeuw laten bomen in de winter het meest van hun structuur en karakter zien.
Wat eveneens aan de sfeer in het werk van de Leeuw bijdraagt is het gebruik van de giethuid, dit is de huid van het brons, die ontstaat door het gietproces. Hij manipuleert de giethuid, wat de kleur en de structuur van zijn werk bepaalt. Door de huid zo rauw en oorspronkelijk mogelijk te houden, geeft het de indruk dat de tijd eraan voorbij is gegaan.
De Leeuw giet zijn werk zelf, waardoor het mogelijk is om tijdens het proces in te grijpen en giet-technische fouten te achterhalen en het proces naar zijn hand te zetten. Hierdoor heeft hij een geheel eigen handschrift ontwikkeld.
In zijn werk streeft de Leeuw ernaar om zijn verhaal op herkenbare manier weer te geven. Daarnaast laat hij genoeg openheid voor de toeschouwer over, daardoor kan deze zijn of haar eigen verhaal of herinnering er ook in kwijt. De titels spelen hierin een belangrijke rol.